Begin augustus 2014 staan mijn reisgenote en ik lang voor dag en dauw aan het luchthavengebouw. De wieltjes van onze koffers laten een spoor van streepjes achter door de confrontatie met de diepe waterplassen die grote delen van de Belgische zomer kenmerkten. De diepe plas water waar wij naar uitkijken is de Ionische Zee. Het vooruitzicht om in Corfu rond te lopen met onze snoet in de zon verwarmt ons nu al.

Bij aankomst in Corfu brengt de bus ons naar ons hotelletje waar we meteen op ontdekkingstocht gaan en genieten van een frisse duik in het zwembad. Zeer tegen onze gewoontes in besluiten we van de eerste halve dag op Corfu een algemene rustdag te maken. ’s Anderdaags begint het grote werk…wat voor ons bestaat uit het wachten op de jongeman van de reisorganisatie. Bij elke minuut die wegtikt tijdens het wachten, vragen we ons luidop af wat we al niet allemaal hadden kunnen doen op Corfu en we beslissen alvast om diezelfde dag nog de Pantokrator-berg te bezoeken. Een idee waar we even later al van moeten afstappen. De wandeling naar de Pantokrator-berg zou vanuit onze verblijfplaats vier uur in beslag nemen….en ook nog eens vier uur terug. We zoeken troost aan de bar waar de jongeman van de reisorganisatie ons in de loop van de namiddag met de neus op de feiten drukt. Enkel gebruikmakend van het openbaar vervoer op Corfu maakt dat je niet veel plaatsen kan bezoeken wegens erg tijdrovend. Tegelijkertijd speelt de jongeman reddende engel (we besluiten een aantal plaatsen te bezoeken via de reisorganisatie) en blijkt mijn reisgenote een prima onderhandelaar (ze dwingt een goed prijsje af). Het wachten en de onderhandelingen eisen ondertussen zijn tol en we besluiten toch nog een klein tochtje te maken. Een korte wandeling vertrekkende aan het hotelletje brengt ons steil naar beneden naar de zee. Mijn reisgenote geniet van een plons terwijl ik ijverig te werk ga met het fototoestel, ondertussen komt iemand onzacht in aanraking met een zee-egel en vervolgens komen we tot de conclusie dat de korte wandeling terug eerder een bergbeklimming zal worden.

Netjes op tijd staan we de dag nadien te wachten aan de bushalte. Al gauw geven we ons over aan het Mediterrane tempo en blijven we zonder stress wachten op de bus…die ooit wel eens komt. Een uurtje later zijn we in Corfu stad. We oriënteren ons, starten onze wandeling aan het Nieuwe Fort en lopen even later al hopeloos verloren in de wirwar van straatjes in het Campiello (het oude stadsgedeelte). Het duidelijke stadsplan dat we bij ons hebben beland al vlug terug in de rugzak waarna we nog even jammeren dat de Grieks geschreven straatnamen ook niet helpen. Wanneer we even later toch uit het doolhof van de Campiello kunnen ontsnappen, komen we terecht in de Agios Spiridonaskerk waar het een drukte van jewelste is. Iedereen staat aan te schuiven en we doen mee. Ondertussen lezen we in ons reisgidsje de informatie over deze kerk en worden we op de schouders getikt door de dame achter ons. Fluisteren mag niet en ze wil niet gestoord worden want ze leest de hele kruisweg op haar Ipad…en in stilte hoop ik dat het ganse draadloze netwerk op Corfu uitvalt. Anderhalf uur later zit ons bezoek aan het kleine maar prachtige kerkje erop en heeft de lange wachttijd er ons toe geleid dat we een wens konden uitschrijven en de relikwieën konden eren van Sint Spiridon.

Ondanks de hitte stappen we verder richting de Esplanade en brengen we nog een bezoek aan het Oude Fort. De weg naar boven is loodzwaar door het warme weer en onderweg zitten overal groepjes mensen af te koelen. In een rustig tempo lopen we door en worden we uiteindelijk beloond met een prachtig uitzicht over Corfu stad en de zee. We genieten van de zachte zeebries…met gezichten zo rood als tomaatjes.

’s Anderdaags staat er voor ons een eilandrondrit op het programma die ons eerst naar het Achilleion brengt. Het paleis van Sissi pronkt statig op een heuvel en het interieur is prachtig. Ook de tuin is adembenemend mooi en een immens groot olieverfschilderij is een fenomenale afsluiter. Van aan het Achilleion gaat de rit verder naar Paleokastritsa en bezoeken we op de heuveltop het mooie Theotokosklooster al moeten er eerst vestimentaire aanpassingen gebeuren alvorens het bezoek kan verdergaan. Iedereen die een short aanheeft , krijgt de eer één van de prachtige rokken te mogen aantrekken die klaarliggen bij de ingang. De rokken met een enigszins aanvaardbare kleur en motief zie ik voor mijn neus één voor één verdwijnen en wanneer het mijn beurt is, mag ik het stellen met een “muizengrijze” rok met een vreselijk lichtbruin motiefje. Bij het binnen gaan van het klooster verwittig ik alvast mijn nederlandstalige medereizigers. Wie het risico neemt hiervan een foto te maken zal de gevolgen moeten dragen. Het klooster is een aanrader en de baai die rond het schiereiland ligt waarop het klooster staat, bestaat uit een golvend deken van prachtige blauwe kleuren. Wanneer we beneden aan de baai zijn maken we een boottochtje over het blauwe deken en varen we enkele kleine grotten binnen. Wanneer het water in het rond spat kleuren de wanden van de grotjes plots helder paars door de koralen. Ondertussen doet de zon haar werk en laat haar stralen vallen door de stenen waardoor het lijkt alsof het wateroppervlak glinstert als een diamant. In een klein vissersbootje varend over een blauw deken zien we kleine wondertjes van de natuur. De eilandrondrit eindigt met een stop aan het Bella Vista uitkijkpunt vanwaar je een adembenemend zicht hebt op de baai van Paleokastritsa en het Theotokosklooster en met een rit langs de westkust van Corfu.

Een bezoek aan de Pantokrator-berg slaan mijn reisgenote en ik uiteraard ook niet over al gaan we niet te voet. We hebben onszelf getrakteerd op een jeepsafari (met de duidelijke vermelding dat we zelf niet willen rijden) die ons (ook off-road) de mooiste plekjes in het Pantokrator-gebergte zal laten zien. De gids (een limburger) pikt ons met de jeep op en rijdt met ons naar het trefpunt waar alle jeeps klaar staan. Er is nog tijd om even uit te stappen en de beentjes te strekken maar daar beslist mijn reisgenote anders over. Ze stapt gezwind uit de jeep en gooit vervolgens de deur dicht. En daar zit ik dan op de achterbank wachtend tot ze door heeft dat wie daar heeft plaatsgenomen zelf de deur van de jeep niet kan openen. Na een paar minuten geduldig af te wachten, besluit ik de hulp in te roepen van de gids en word ik eindelijk bevrijd. Niet veel later vertrekt de “colonne van jeeps” en leggen mijn reisgenote en ik ons lot in de handen van een 21-jarige Nederlander die uiteindelijk een prima off-road-chauffeur blijkt te zijn. Wanneer we een drietal kilometer verder zijn, trekt er al iemand aan de alarmbel en staan alle jeeps stil. Iemand uit de jeeps vooraan vraagt zich af of het zo hobbelig gaat blijven want dit hadden ze niet echt verwacht. Er wordt opgemerkt dat we nog steeds over asfalt rijden en de gids vraagt aan de dame in kwestie of ze toch wel doorheeft dat ze geen ritje met een driewieler heeft geboekt. Dit gezegd zijnde heeft hij een mogelijke opstand meteen de kop ingedrukt en wordt de tocht verder gezet door prachtige olijfgaarden om vervolgens off-road het Pantokrator-gebergte in te rijden. De uitzichten vanaf de bergen zijn ongezien en hoe meer we naar boven rijden hoe spectaculairder de prachtige natuur rondom ons zich ontvouwd. Wanneer we bijna aan de top van de Pantokrator-berg zijn, houden we halt en werpen we een blik op Albanië dat slechts een boogscheut verwijderd is van Corfu. We zetten onze tocht verder richting Ano Perithia, de oudste permanent bewoonde nederzetting in Corfu en het woord off-road krijgt een geheel andere dimensie. Met elke centimeter die we rijden maakt het me gelukkiger dat ik niet zelf achter het stuur heb plaatsgenomen en het doet ons hele lijf deugd als we aankomen in het dorpje. Hoewel er slechts één huis bewoond is en de rest van het dorp een openlucht-ruïne lijkt, voelt het verbazingwekkend genoeg niet aan als een spookdorp. Er hangt een bijzondere en gezellige sfeer. De rit terug verloopt zo mogelijk nog moeilijker dan de heenrit en hoewel ik geniet met volle teugen zie ik ook de blik van mijn reisgenote en ik zie dat ze twijfelt tussen lachen en huilen. En net wanneer ik denk dat ze effectief overweegt om uit te stappen en te voet verder te gaan, vinden de jeeps terug de asfaltwegen en is de beproeving van de off-road jeepsafari voorbij. En op weg naar het hotel geraken we er meer en meer van overtuigd dat onze organen anders gerangschikt zijn dan toen we vertrokken op deze tocht.

Tot ongerustheid van het thuisfront besluiten we ook een bezoek te brengen aan het land dat op een boogscheut van Corfu ligt…Albanië. We vertrekken ’s morgens vroeg met de boot uit de oude haven van Corfu en hoewel de reisorganisatie ons visum-voor-één-dag in orde heeft gebracht, word ik er mij plots bewust van dat mijn identiteitskaart nog maar minder dan 6 maanden geldig is. Geen probleem blijkt uiteindelijk…Albanië neemt genoegen met 3 maanden geldigheid na aankomst. We beginnen een dagje Albanië met een bezoek aan Butrint, een site die een periode van ongeveer 2000 jaar overspant. We lopen tussen de tempels, fonteinen, baden, het Baptisterium en de basiliek en komen tot de conclusie dat we niet wisten dat in Albanië zulke parels verscholen lagen. Na een wandeling door de geschiedenis worden we uitgenodigd voor de lunch en ervaren we dat gasten in Albanië rijkelijk ontvangen worden ondanks de heersende armoede. We brengen ook nog een bezoek aan het strand van Saranda en het Kasteel van Lekuresi, een uitkijkpost vanwaarop we een blik kunnen werpen op de omgeving, Saranda en Corfu en het merendeel van de toeristen vraagt zich af of de bus ons ooit nog van de heuvel gemanoeuvreerd zal krijgen en of we niet zullen stranden in één van de vele haarscherpe haarspeldbochten. Albanezen blijken bijzonder handige chauffeurs te zijn.

Na de off-road jeepsafari en een bustocht door de haarspeldbochten in Albanië doen we nog een boottochtje langs de oostkust van Corfu en genieten we van een barbecue op één van de vele prachtige parelwitte stranden. Afsluiten doen we onze vakantie met een laatste bezoekje aan Corfu stad (na in Mediterraans tempo te hebben gewacht op de bus die 45 minuten later aankwam dan voorzien) dat ons langs de Esplanade naar het Museum voor Aziatische Kunst voert en ons leidt naar het Britisch Cemetery waar we George Psailas ontmoeten…een naam die we vonden in ons reisgidsje en ik lees hem het stukje voor waarin hij vermeld staat als de tuinman die al jaren zorg draagt voor al degenen die er rusten. Hij woont aan de rand van het kerkhof, zit op zijn stoeltje onder de bomen te wachten op bezoekers en verwelkomt je met een stevige handdruk wanneer hij het poortje openmaakt. We kijken rustig rond en gaan dan nog even bij hem zitten. Hij plukt een bloem voor mijn reisgenote van de bomen en planten die hij er zelf heeft geplant over de jaren heen en hij vertelt ons dat zijn vrouw zes maanden eerder is overleden en ze op een ander kerkhof begraven ligt…ook hij kan niet op het Britisch Cemetery worden begraven. We blijven nog even bij hem zitten en nemen afscheid van hem met de gedachte dat hij jaren gezorgd heeft voor al degenen die er rusten en er uiteindelijk zelf niet zal kunnen blijven…

…met deze onthutsende gedachte vertrekken we uit het prachtige Corfu terug richting huis…waar iedereen helemaal onder de stress komt te zitten als de bus twee minuten te laat is…

Over de auteur

Scroll naar boven